Deel deze pagina!
In welke stad zou jij later willen wonen?
door Hans ClaesenStadsontwikkelingIn de bovenstaande vraagstelling zoek ik niet noodzakelijk naar de naam van een andere stad dan Geel, maar wel naar de manier waarop onze stad zou moeten evolueren. Het is ook een vraag die de laatste maanden aan bod is gekomen op enkele dorpsdebatten en meedenksessies.
Al van in het voorjaar worden er overlegmomenten ingericht in Ten Aard, Sint Dimpna en in het centrum om na te gaan hoe de Gelenaars denken over de verdere ontwikkeling en groei van hun stad. Op basis van enkele stellingen werd de discussie gestart. Enkele conclusies die ik opmerkte deel ik graag met de lezers van mijn blog. Let wel: het gaat niet om beslist beleid, enkel om denkpistes die tijdens deze sessies gevolgd werden.
De beschikbare ruimte geraakt op
Geel groeit. Vandaag zijn er 39.000 stadsgenoten, in 2030 zouden we met 44.000 inwoners zijn. Die hebben allemaal een woonst nodig. En een school voor de kinderen. En plaats voor één of meer wagens. En ... Daarom moeten we nu al nadenken over de manier waarop de beschikbare ruimte op de best mogelijke manier ingezet kan worden. Het behoud van groene en open ruimten was voor het merendeel van de mededenkers alvast een belangrijk aandachtspunt.
Ruimtebesparend wonen
Sinds de jaren 70 is de bevolking in Vlaanderen gegroeid met 30%. Maar de bebouwde oppervlakte is in hetzelfde tijdsbestek verdubbeld. Aan dit tempo is het een kwestie van tijd vooraleer alle beschikbare ruimte is volgebouwd. Een andere manier van ruimtegebruik dringt zich dus op.
Wie denkt aan een verkaveling, denkt meestal aan het klassieke patroon waarbij ieder zijn eigen huis, tuin, oprit en garage heeft. De straat is breed genoeg voor kruisend én parkerend verkeer. Dit heeft als voordeel dat ieder zijn privacy heeft en de auto voor de deur kan parkeren. Het nadeel is dat er kwistig wordt omgesprongen met de beschikbare ruimte en dat een eigen woning voor heel wat mensen onbetaalbaar is geworden.
Nieuwe woonconcepten bestaan daarom uit kleinere woningen zonder afzonderlijke garages en opritten maar met een collectieve parkeerplaats op wandelafstand. De privétuinen zijn kleiner en er is meer groene openbare die gebruikt kan worden door de omwonenden. Niet de wagen overheerst in deze concepten, maar wel de mensen die zich te voet of met de fiets verplaatsen of vertoeven in de gezamenlijke tuinen.
Het idee is dat mensen zich meer in de openbare ruimten zouden begeven, meer contact hebben met de buren en bijvoorbeeld makkelijker een buurtfeest kunnen organiseren. Er kwamen tijdens het debat vanuit de groep ook enkele bezwaren tegen dit concept. Zo zouden bewoners inboeten aan privacy - meer sociale controle - en kan je auto niet de hele tijd op een meter van je voordeur staan. Zeker niet iedereen is te vinden voor deze woonvorm, maar er waren duidelijk enkele voorstanders die het zeker een kans zouden willen geven.
Hoog en droog
Wie wil bouwen en toch voldoende groene ruimte wil overhouden, kan niet naar links rechts uitbreiden, maar wel in de hoogte. Waar de meeste gebouwen in Geel momenteel beperkt zijn tot een 3-tal bouwlagen, zou er in de toekomst hoger gebouwd moeten kunnen worden. Maar niet zomaar overal en alleen als de uitgespaarde groene ruimte ook behouden wordt.
Een hoogbouw zou moeten kunnen aan de ingangspoorten van het centrum, zoals het bovenstaande project op de Pas, maar niet zomaar overal in Geel en zeker niet in de buitenparochies. Ook in de stationsbuurt, aan de vroegere garage Peetermans, zou een hoogbouw kunnen komen.
Lang niet iedereen is te vinden voor een stenen mastodont met zicht op zijn tuin. Het project Distelakker, waarbij een hoogbouw van 25 meter in de nabijheid van bestaande woningen zou komen, stuitte alvast op protest. De locatie van deze projecten dient dus zorgvuldig gekozen te worden. Vaak wordt er inderdaad gevreesd voor inkijk in de tuinen, maar ook het wegnemen van zonlicht is een vaak gebruikt argument. Al is er meer direct zonlicht beschikbaar op de begane grond bij een hoogbouw dan bij een laagbouwproject met de zelfde wooncapaciteit, zoals onderstaande schets aantoont.
Bovenstaande tekening komt uit een onderzoeksrapport van Leo Van Broeck, een van de experten die een toelichting kwam geven op het stadsdebat.
Een plaats voor alles, alles op zijn plaats
Een ander aandachtspunt is dat bewoning gecombineerd dient te worden met andere bestemmingen, zoals bijvoorbeeld winkels en kantoren. Zo zou bij een verkaveling of een wooncomplex ook ruimte voorzien moeten worden voor een voedingswinkel of ontmoetingsplaats. Op die manier moeten de bewoners niet voor elke kleine boodschap de wagen gebruiken om op de gewenste locatie te geraken en ontstaat er makkelijker sociaal contact.
Momenteel is er een grote spreiding in de locaties van woonvormen, werkgelegenheid, onderwijs, vrijetijdsbesteding, openbaar vervoer en winkels. Dit maakt dat we dagelijks heel wat relatief verre verplaatsingen moeten doen om op al de gewenste bestemmingen te geraken. Zo zorgt een klassieke verkaveling ver weg van alle voorzieningen ervoor, dat de bewoners hun wagen gebruiken voor elke kleine boodschap, om te gaan werken en om de kinderen naar school te brengen. Met de nodige mobiliteitsproblemen en files van dien.
Je staat niet in de file, je bent de file.
Een verdichting van woonkernen en een mix van diensten, zou er dus voor kunnen zorgen dat je makkelijker te voet of met de fiets kan geraken waar je moet zijn. Door te verdichten en versnippering tegen te gaan, wordt het ook mogelijk om het openbaar vervoer op een efficiëntere manier te organiseren. Daar waar de bus of trein nu vaak geen comfortabel alternatief is ontstaan er plots meer mogelijkheden.
Het Woonwerkpark, dat voorzien is naast de binnenzijde van de Ring tussen Baantveld en de Larumseweg, is alvast een aanzet om verschillende functies centraal bij elkaar te brengen. In onderstaande schets zie je een mogelijke toekomstige invulling van dit gebied waar wonen, werken en dagelijkse diensten gecombineerd worden.
Het moet plezant blijven in Geel
Mensen wonen graag in Geel en dat is een voorname reden van de bevolkingsgroei. Maar wanneer deze evolutie zonder duidelijke visie, sturing en planning gebeurt, zou dat wel eens kunnen veranderen. Een toename van de verkeersoverlast, het wegnemen van open ruimte en het verdwijnen van groene zones, zou er wel eens voor kunnen zorgen dat het minder goed wonen wordt in onze barmhartige stad.
Denk vandaag na over het Geel van morgen
Wie mee wil nadenken, interessante ideeën heeft of er een bepaalde mening op nahoudt, nodig ik graag uit om deel te nemen aan deze discussie. Laat dus gerust van je horen via de gegevens op de contactpagina, op Facebook of via gelijk welke andere manier.
Ter inspiratie kan je het onderstaande filmpje bekijken over hoe je een aantrekkelijke stad kan maken. Succes!